Verbindend ouderschap: praktische do’s & don’ts

Vroedvrouw, therapeut en slaapcoach Lise Dullaerts vertelt hoe je met verbindend ouderschap aan de slag kan. Bij deze opvoedingsstijl staan de emotionele banden tussen ouders en hun kinderen centraal.

Wil je zelf starten of verder gaan met positief opvoeden, dan kan je aan de slag met vijf basisideeën die relatief makkelijk en snel toe te passen zijn.

1. Luister actief

Lise Dullaerts: “De theorie klinkt misschien wat ingewikkeld, maar in de praktijk is het niet zo moeilijk. Een belangrijk aandachtspunt bij verbindend opvoeden is om écht te luisteren naar je kind, zelfs tijdens hectische momenten. Neem daar de tijd voor en geef je kind je volledige aandacht. Zorg daarbij voor oogcontact en let goed op zijn emoties en ervaringen. Toon empathie in je reacties, zodat er een vertrouwensband wordt opgebouwd en je kind weet dat je begrip hebt voor de situatie.”

2. Stel duidelijke grenzen

“Zorg ook voor een verband tussen de situatie en de gevolgen. Het helpt als je hierbij duidelijke en consistente grenzen stelt. Vaak hoor ik ouders zeggen, ‘als je nu niet flink bent, mag je straks niet op de tablet’. Maar wat heeft het ene met het andere te maken? Probeer om het binnen een verband te zien. Wil je kind zijn schoenen niet aandoen om naar het park te gaan? Dan kan je zeggen, ‘ik begrijp dat je het nu lastig vindt, maar als je jouw schoenen niet aandoet, kunnen we niet naar buiten’. En ga dan ook effectief niet wanneer je kind beslist om niet mee te werken. Want als je hieraan toegeeft, worden de signalen en afspraken voor je kind onduidelijk.”

“Een ander typisch voorbeeld waar veel ouders tegenaan lopen, is weigeren om te eten. Je kan een kind niet dwingen om te eten door het dreigement van iets af te nemen. Je kan wel zeggen: ‘ik zie dat je nu niet wil eten, als het eten van de tafel gaat, zal je moeten wachten tot we opnieuw aan tafel gaan’ en zet dit dan ook door. Geef je kleintje geen koek of tussendoortje om het hongergevoel weg te nemen. Bij het volgende eetmoment, kan er terug gegeten worden.”

3. Voorzie veel qualitytime

Breng veel tijd door met je kind en doe activiteiten die je allebei leuk vindt. Dit kunnen spelletjes zijn, maar ook samen lezen of knutselen. Qualitytime bevordert de verbondenheid tussen jullie. Vertoon tijdens deze momenten ook zelf het gedrag waarvan jij wil dat jouw kind het overneemt. Monkey see, monkey do!”

4. Bedenk samen oplossingen

“Volgens hetzelfde principe probeer je bij conflicten om samen oplossingen te bedenken. Dit stimuleert kritisch denken en autonomie. Op deze manier kan je ook onafhankelijkheid aanmoedigen. Geef je kind de kans om risico’s en verantwoordelijkheden te nemen die bij zijn leeftijd passen. Om zelfstandig te kunnen werken, maar ook om goed te kunnen samenwerken, moet een kind kunnen rekenen op de eerlijkheid van de ouder. Daarom is het belangrijk om in een conflict ook zelf je excuses aan te aanbieden en de relatie te herstellen. Als je een fout maakt of reageert op een manier waar je spijt van hebt, toon dan verantwoordelijkheid door je te verontschuldigen en het goed te maken. Hierdoor leert je kind hoe belangrijk het is om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.”

5. Zet in op routines

“Een laatste belangrijk item is het creëren van rituelen en routines. Dat geeft je kind een gevoel van voorspelbaarheid. Dit kunnen bedtijdroutines, maaltijdtradities of speciale activiteiten zijn die een gevoel van stabiliteit creëren.

Lise besluit: “Ik geef ouders graag nog een ding mee: wees niet te streng voor jezelf. Er bestaat geen handleiding. En zoals we onze kinderen vaak meegeven: van proberen kan je leren. Maar blijf communiceren en zoek die verbinding op.”

Meer lezen over de principes van verbindend ouderschap? Lise legt het je graag uit.