Zelf je baby masseren, hoe doe je dat?
Babymassage is een fijne, relaxerende manier om de unieke band tussen jou en je kindje te versterken. Het huidcontact brengt rust bij darmkrampjes, huilbuien en slapeloze nachten, creëert geborgenheid en ontspanning. Alexandra Cordinni vertelt hoe je dit kan doen.
Babymassage: de voordelen voor jou en je baby
“Babymassage heeft niets dan voordelen voor zowel baby als ouders”, vertelt lesgever, Alexandra Cordonni. “Je bouwt een sterkere band op met je baby, voelt beter aan wat hij nodig heeft en leert hem beter begrijpen. Massage kan helpen bij krampjes en andere ongemakken en werkt ontspannend voor jou en je kindje.”
“Door de aanraking leert je baby het eigen lichaam beter kennen. Babymassage heeft een positief effect op het immuunsysteem en welzijn omdat er allerlei neurotransmitters vrijkomen, zoals oxytocine (ook het knuffelhormoon genoemd, red.). Je kleintje voelt zich bovendien geborgen, gedragen en beschermd. Mooi toch?”
Minder stress
“Door de aanraking en de herhaling van dezelfde bewegingen, kalmeert ook jouw zenuwstelsel”, vervolgt Alexandra. “Je hoeft niet te wachten tot je zelf helemaal zen bent om met de massage te beginnen. Maar als je erg gestresseerd bent, wacht je beter een rustiger moment af. Je baby is op die jonge leeftijd nog heel gevoelig voor zijn omgeving, en kan stress gemakkelijk oppikken.”
Massagetechnieken voor baby’s
“Je baby masseren kan op verschillende manieren”, legt Alexandra uit. “De Shantala-babymassage is een gekende vorm. Als je een paar basisregels volgt, ben je al goed op weg. Na het aanleren van enkele technieken kan je je baby masseren op jouw manier. Als ouder voel je van nature aan wat goed is voor je kind. Laat het vooral een ontspannen en leuk moment zijn voor je baby én voor jezelf.”
Shantala-babymassage
Waterrad
Bij deze techniek beweeg je afwisselend met beide handen van de onderkant van de ribbenboog naar de onderbuik, in een ritmische, golvende beweging, alsof je water in beweging brengt.
- Startpositie:
Plaats beide handen plat op het buikje, net onder de ribbenboog. - Beweging:
Trek de ene hand langzaam naar je toe richting de onderbuik, terwijl de andere hand teruggaat naar de beginpositie. - Afwisseling:
Beweeg afwisselend – eerst de linkerhand naar beneden, dan de rechter, als een rollende stroom. - Handvorm:
Begin met een platte hand. Terwijl je naar beneden strijkt, draai je je hand lichtjes, zodat je eindigt met je pinkzijde zacht rustend in de buik. Dit geeft wat meer diepgang.
Indianenstrepen
Deze kalmerende, harmoniserende massagebewegingen werken op de buikorganen en de energiebanen (meridianen).
- Startpositie:
Plaats beide handen aan weerszijden van het naveltje, met je vingers naar buiten gericht.
- Lijn 1 – boven de navel:
Maak een rechte, zachte strijkbeweging van het midden (de middellijn van de buik) naar de flanken toe, net boven de navel. Gebruik beide handen tegelijk: de linkerhand strijkt naar links, de rechterhand naar rechts.
- Lijn 2 – ter hoogte van de navel:
Herhaal dezelfde beweging, maar nu exact op navelhoogte. Let op: vermijd druk op de navel zelf. Strijk er omheen, niet erover.
- Lijn 3 – onder de navel:
Herhaal nog een keer net onder het naveltje. Strijk opnieuw van het midden naar de flanken.
Zon en maan
Deze techniek ondersteunt de natuurlijke beweging van de darmen, brengt rust en helpt bij krampen of spijsverteringsproblemen.
- Werkende hand = de zon:
Maak met een hand zachte, vloeiende cirkels in wijzerzin rond het naveltje. Dat is met de klok mee als je naar de buik kijkt, de natuurlijke richting van de darmbeweging. Begin klein en maak je bewegingen steeds groter.
- Volgende hand = de maan:
Terwijl de zon-hand cirkelt, maakt de maan-hand halve cirkels boven de navel, net onder de ribbenboog. Ook in wijzerzin, telkens tussen de bewegingen van de zon door, alsof deze hand de zon ‘achtervolgt’.
- Ritme:
De bewegingen wisselen elkaar af. De zon draait door, de maan volgt met halve bogen, in een vloeiend samenspel.
Dikkedarmmassage
Deze techniek ondersteunt de afvoer via de dikke darm en werkt verlichtend bij opgeblazen buikjes, obstipatie of krampjes.
- Startpositie:
Gebruik twee à drie vingers van een hand.
- Beweging 1 – Cirkelmassage:
Plaats je vingers op het buikje, net rechts onder de navel (jouw perspectief). Beeld je een omgekeerde ‘u’ in, dat is het verloop van de dikke darm. Maak met enige druk kleine cirkels over de ‘u’, tegen de wijzers in. Sluit af met een lange strijkbeweging van linksboven naar rechtsonder.
- Beweging 2 – Glijdende onderarmtechniek:
Houd met je rechterhand de voetjes vast en plaats je linkeronderarm zachtjes op de buik, net onder de ribbenboog aan de linkerkant (jouw perspectief). Glijd met je onderarm diagonaal over het buikje van linksboven naar rechtsonder. Herhaal dit een aantal keren, maar wissel niet van arm.
Trillen/wiegen
Deze techniek helpt bij het brengen van diepe ontspanning in de buik, verzacht spanning in de organen en werkt kalmerend op het zenuwstelsel.
- Handpositie:
Plaats één hand op het buikje van je baby. Leg eventueel je andere hand erbovenop voor meer stabiliteit en contact. Je handen vormen samen als het ware een zachte ‘cup’ over de buik.
- Vastnemen (vacuümgevoel):
Druk de buik niet plat, maar laat je handen zich een beetje ‘zetten’ in het weefsel, alsof je de buik zachtjes vasthoudt zonder te knijpen. Dit geeft een gevoel van stevigheid en geborgenheid.
- Beweging:
Maak nu een trillende of wiegende beweging vanuit je schouders of onderarmen. Deze beweging is klein en ritmisch, door je handen heen voelbaar in de buik. Denk aan een subtiele vibratie of zacht wiegen, niet schokkend of onrustig.
9 praktische tips
- “Je kan op elk moment masseren, maar een vast of voorspelbaar moment kan fijn zijn voor je baby.
- Bereid je goed voor. Zorg dat de ruimte warm genoeg is en hou een luierkussen, handdoek of tetradoek, schone luier en babyolie bij de hand.
- Begin en eindig altijd met een eenvoudig ritueeltje. Zo herkent je baby dat het massagetijd is. Dat kan je op jouw manier invullen. Een voorbeeld kan zijn: zet rustige muziek op, strijk je baby van hoofdje tot voetjes enkele keren langzaam af, kleed je baby uit en verschoon hem. Sluit af zoals je begonnen bent: met drie langzame, strijkende bewegingen van hoofdje tot voetjes.
- Adem zelf even goed in en uit voor je begint met masseren. Maak je geen zorgen als je nog niet helemaal ontspannen bent. Creëer een extra gevoel van veiligheid voor je baby door steeds met een hand of vinger minimaal in contact te blijven met de baby, terwijl je je andere hand verplaatst.
- Masseer met (natuurlijke) olie rechtstreeks op de huid. Giet de olie eerst in je handpalm om op te warmen.
- Bouw de duur van de massage geleidelijk op en volg steeds dezelfde volgorde. Je kan ook één of enkele lichaamsdelen masseren.
- Respecteer de grenzen van je kleintje, niet elke baby vindt masseren even leuk. Probeer eventueel later opnieuw.
- Masseer je baby niet net voor of net na een voeding, één tot drie dagen na een vaccinatie, bij ziekte, koorts, braken of als je baby te vermoeid is.
- Laat je als ouder ook regelmatig masseren. Ouderschap is intensief, maar goed voor jezelf zorgen is net zo belangrijk als de zorg voor je baby.”